Heidi's Heimat

Copyshop tips & tricks

Echt zwart

Een zwart-witkopieermachine kan één soort zwart printen. Er zit immers één bus tonerpoeder in en die wordt overal voor gebruikt. Een kleurenkopieermachine heeft ook maar één bus zwart, maar meerdere bussen kleur. Dat zijn magenta (roze), cyaan (blauw), en geel (…geel). Met die vier tonerpoeders kunnen heel veel kleuren worden gemaakt. Niet alle (fluokleuren bijvoorbeeld niet), maar meestal genoeg voor onze wensen.

Met zwart kun je echter twee kanten op. Je kunt in je digitale ontwerp gewoon je objecten met zwart vullen: dan kiest de printer de zwarte toner. Je kunt ook je objecten een mix geven van 40% cyaan, 30% magenta, 30% geel, en 100% zwart. Dit wordt ook wel drukkerszwart genoemd. Je hoeft niet precies deze verhouding aan te houden, als je totaal niet boven de 200% komt. Gebruik dit type zwart niet voor tekst, omdat die daarmee veel te vet wordt gedrukt.

Je kunt in programma’s als InDesign en Illustrator met deze twee typen zwart spelen. Maak eens een schaakbord met afwisselende vlakjes, of druk een ‘onzichtbare’ zwarte tekst op een zwart van het andere type. In InDesign kun je in de instellingen aangeven hoe zwart moet worden weergegeven op je scherm. Zie je dus bij het creëren geen verschil, ga dan even op zoek naar die instelling.

Bij een plotterafdruk, hieronder, staat te lezen dat je grote volvlakken zwart moet voorkomen. Dat gaat hier niet op. De meeste plotters printen namelijk met inkt, en dat maakt het papier week. Kleurenkopieermachines printen met toner, oftewel warme lak, en dat komt als een laagje op het papier te liggen.

Overgangen naar wit

Wil je een prachtige foto met vlakken wit uitprinten, kies dan voor een printer met inkt. Die zul je in een copyshop niet gauw aantreffen, want inkt droogt uit en toner niet. Toner is dus veel minder kostbaar om maanden mee te printen. Maar als het op foto’s aankomt wil je juist wel die afdruk met inkt. Inkt trekt namelijk in het papier en creëert zachte overgangen. Denk maar aan witte wattenwolken tegen een blauwe lucht.

Nuttige informatie tussendoor: nagenoeg alle kopieermachines hebben geen witte toner. Uitzonderingen zijn zeldzaam en duur en vind je niet bij de copyshop op de hoek. Vergeet dat dus. Wit is altijd gewoon je papier waar je naar kijkt.

Als je een foto van witte wolken op een kleurenkopieermachine afdrukt, op normaal papier, dan zal de overgang niet zo storend aanwezig zijn. Maar kies je voor fotopapier, dan zie je dat de blauwe toner gewoon ergens stopt, en het wit van het papier dan z’n werk mag doen. Neem van mij aan, dat je daarmee een boel kleurdiepte misloopt. Kies hier nooit voor.

Wil je een kleurenfoto met overgangen naar wit mooi afdrukken, ga dan naar een fotocentrale. Die printen ook op hoogglans papier, maar met inkt. Veel betere, kleurechtere inkt dan de kleurenkopieermachine in de copyshop. Een foto die je in wil lijsten wordt met zo’n afdruk véle malen mooier.

En de kleurenprinter thuis dan? Ja, dat kan ook. Er zijn goede consumentenprinters die, als je ze een half uurtje geeft, heel mooi kunnen zwoegen op een kleurenfoto op glanspapier. Stel jezelf wel even de vraag: is mijn printer gekalibreerd? Zal hij dus de kleuren goed interpreteren? En wil ik zoveel van mijn dure inkt kwijt zijn aan alleen deze ene foto? Ga gewoon naar de fotocentrale.

Printen op groot formaat

Een poster printen kan natuurlijk bij de copyshop. De scheiding tussen betaalbaar en prijzig ligt vaak tussen A3 en A2. Dat is, omdat formaten van A7 tot en met A3 op een relatief goedkope kleurenkopieermachine geprint kunnen worden. Daarboven ben je aangewezen op een kleurenplotter, ook wel DesignJet genoemd. Inkt en papier daarvoor zijn duurder, dus betaal je ook meer voor de afdruk.

Zwart-wit en grijswaarden printen op formaat A2 en groter hoeft dan weer niet duur te zijn. Heb je een fantastische zwart-wit-foto of een lijntekening (maak deze met de Rasterbator), dan kun je die op normaal papier in zwart-wit laten plotten. De kosten zijn dan maar een paar euro. De plotter wordt normaliter voor bouwtekeningen met ragfijne lijntjes gebruikt. Wees dus vriendelijk en print geen grote volvlakken zwart, daar is zo’n plotter niet voor bedoeld. Plus, het maakt je papier heel kwetsbaar voor scheuren. Sowieso zal je poster dun aanvoelen, ook al is het papier ‘gewoon’ 80 grams. Een groter oppervlak van dezelfde dikte voelt nou eenmaal dunner.

Scannen

Je kunt enorme stapels papierwerk vlug (laten) inscannen. De kopieermachines hebben hier namelijk een sheet feeder; je kunt een aardig pak A4 of A3 bovenin leggen en het wordt automatisch blaadje voor blaadje doorgevoerd. Het proces gaat niet altijd foutloos, en dan moet je opnieuw beginnen.

Het kan misgaan als je papier erg gekreukeld is, of als de randen gerafeld zijn. Dan kunnen de grijp-rolletjes van de copier de rand van je papier niet goed pakken. Ook moet je vooraf de nietjes en dergelijke eruit halen.

Heb je een gebonden boek of syllabus, overweeg dan of je de rug eruit kunt laten snijden. Een copyshopmedewerker kan je boek onder een bloksnijmachine leggen, ruggetje naar buiten, en die op de millimeter nauwkeurig eraf snijden. Daarna kan het pak papier vlug door de sheet feeder worden in gescand. Daarna kan de originele stapel opnieuw worden ingebonden, maar houd er rekening mee dat er wel een stukje van de kant af is. Kies geen strakke bindmethode, want de tekst staat dichter tegen de rug aan.

Mag of wil je de rug niet uit je boek snijden, dan ben je erop aangewezen op alle pagina’s stuk voor stuk op de glasplaat te scannen. Wees hierbij gewaarschuwd dat de rug van je boek zal breken.

Lamineren

Lamineren kan vaak gewoon met hoogglans sleeves. Maar, sommige copyshops grossieren in matte sleeves. Die zijn echt ontzettend mooi, dus probeer dat uit!

Rillen

Rillen is een groef in papier drukken. Doel daarvan is een mooie vouw in het papier, zonder haarscheurtjes.

Probeer het thuis maar eens uit. Vouw een stuk printerpapier in tweeën. Dat ziet er nog aardig uit. Vouw nu een kartonnen verpakking in tweeën. Breekt de gladde bovenlaag en zie je haarscheurtjes? Dat is wat je wil voorkomen. Papier rillen doe je voor een nette vouw en om gemakkelijk te kunnen vouwen. Na de ril wil het papier namelijk dubbel blijven liggen.

Rillen gebeurt op een rilplaat. Dat is gewoon een snijtafel, maar dan met een bot mes. Net als met snijden moet je op de millimeter nauwkeurig aangeven waar de ril geplaatst moet worden. Een ril is een paar millimeter breed, dus je kunt er zelfs in je ontwerp mee spelen.

π